Het doel van ons zorg- en leerbegeleidingsbeleid is het leren en de leerprocessen versterken. Leren staat dus steeds centraal. Om onze visie op leren en ontwikkelen duidelijk te omschrijven, maken we gebruik van een aantal concepten.

 

Effectieve didactiek

Het is helder: zorg dragen voor leerlingen begint bij goed lesgeven. En onze school maakt een duidelijke keuze: we gaan voluit voor de effectieve didactiek. We kiezen voor methodes die hun degelijkheid bewezen hebben en evidence informed zijn. Het gaat om voorkennis activeren, woord/beeld gebruiken, duidelijke én uitdagende instructies geven, voorbeelden gebruiken etc. We ondersteunen onze leraren hierbij via lezingen van het Expertisecentrum Onderwijs en Leren. Bovendien gaan leraren ook bij elkaar op bezoek om de didactische principes van effectieve didactiek te observeren. Zo kunnen ze leren van elkaar.

 

De leerzones

leerzones

Leren kan je visueel voorstellen door drie zones: een comfortzone, een leerzone en een paniekzone.

In de comfortzone zitten vaardigheden die makkelijk en vertrouwd zijn. Het leren kost weinig moeite. Dit is voor iedereen verschillend: de ene spreekt graag voor een groep, voor de ander is dit supermoeilijk.
In de leerzone zitten kennis en vaardigheden die moeilijk en uitdagend zijn. Het leren kost extra inspanning. Je maakt fouten en leert uit deze fouten. Onze school wil leerlingen voorbereiden op hoger onderwijs. Dat vraagt inspanningen en hoge verwachtingen.
In de paniekzone zitten vaardigheden die te moeilijk en stresserend zijn. Je bent er nog niet aan toe.

De inhoud van de cirkels verandert door te leren, bij te leren of door niet te leren. Iets wat je veel ingeoefend hebt, zorgt ervoor dat je van de leerzone naar de comfortzone gaat. Of omgekeerd, door leerstof uit de comfortzone maandenlang niet te oefenen kan je opnieuw in de leerzone komen. Of door meer levenservaring op te bouwen kan iets uit je paniekzone naar je leerzone gaan.

 

De executieve functies

executieve functies 1      executieve functies 2

Om van de comfortzone of paniekzone naar de leerzone te gaan, heb je goed ontwikkelde executieve functies nodig. Executieve functies of uitvoerende regelfuncties zijn processen in het brein die het (sociaal) gedrag en het leren aansturen (Huizinga & Smidts, 2017; Smidts, 2018). Op onze school focussen we op 11 executieve functies:

  • Planning en organisatie: wat ga je doen, wanneer en hoe doe je dat?
  • Taakinitiatie: het vlot kunnen beginnen aan een taak of opdracht
  • Volgehouden aandacht: aandacht richten, wisselen, volhouden, focus
  • Werkgeheugen: informatie selecteren, tijdelijk vasthouden en ermee ‘werken', verbinden met kennis uit langetermijn geheugen
  • Reactie-inhibitie: de mate waarin je gedrag kunt uitstellen, afremmen of stoppen, beheersing
  • Emotieregulatie: het kunnen omgaan met je emoties, ze kunnen uiten en de uiting binnen aanvaardbare grenzen houden
  • Timemanagement: het kunnen inschatten van benodigde tijd voor een taak, het besef van tijd
  • Cognitieve flexibiliteit: kunnen schakelen tussen situaties of oplossingsmethoden
  • Doelgericht doorzettingsvermogen: de vaardigheid om een doel te stellen en vol te houden om dat doel te bereiken
  • Metacognitie: denken over wat je doet, kijken of dat goed gaat, je gedrag bijstellen als dat nodig is

Onze school zet sterk in op het aanleren van de executieve functies. Het is de kapstok voor leren leren. Leerlingen worden ook zeer regelmatig gevraagd om te reflecteren over hun executieve functies.

In de eerste graad worden de executieve functies aanschouwelijk voorgesteld via ‘Henri op de fiets’. We weten dat leerlingen informatie die zowel via woorden als beelden wordt gepresenteerd, gemakkelijker opslaan dan wanneer alleen maar woorden worden gebruikt. Vandaar deze uitwerking. In de andere leerjaren gaan we hiermee verder aan de slag.

 

Groeimindset & waarderend leren

groeimindset

De groeimindset gaat ervan uit dat kwaliteiten, intelligentie en persoonlijkheid niet vaststaan, maar dat je deze kunt ontwikkelen door te leren en ervaringen op te doen. De groeimindset is onderdeel van de mindsettheorie van Carol Dweck, waarbij ze het heeft over een growth mindset (groeimindset) en fixed mindset (vaste mindset). Dweck is een Amerikaanse hoogleraar psychologie en doet onderzoek naar motivatie en de mindset.

De groeimindset helpt om van de comfortzone of paniekzone naar de leerzone te gaan. Daarom nemen we leerlingen vanaf de eerste schooldag bij ons mee in de idee van de groeimindset: ‘ik kan het nog niet’. We verbeelden dit met de boom, een knipoog naar ons opvoedingsproject. Het waarderende, het positieve, de gerichtheid op mogelijkheden, kansen en opportuniteiten vormen de lenzen van onze bril om naar leren en leerprocessen te kijken. Het maakt deel uit van ons dna. De baseline ‘leren en waarderen’ willen we dan ook graag tastbaar maken.

 

Routines

Routines zijn een soort recept, een reeks van ‘doe eerst dit, doe dan dit, doe dan dat’. Routines zijn vergelijkbaar met normen, in die zin dat ze allebei de verwachtingen van de groep kunnen weergeven, maar wat routines zo bijzonder maakt is dat ze gewoonlijk veel specifieker zijn, in een vaste volgorde voorkomen en veel eenvoudiger te onderwijzen zijn omdat ze heel duidelijk gedefinieerd zijn. Routines zijn een verzameling van gedragingen die belangrijk zijn voor de groep om op een beschaafde en efficiënte manier te functioneren.
De voordelen van routines zijn groot: ze leren de leerlingen goede gewoontes, ze zorgen ervoor dat leerlingen meer denkruimte hebben om te focussen op het leren en ze verminderen de kans op ongewenst gedrag.

Op onze school zijn er heel wat routines: een gsm-verbod, gaan staan bij het begin van de les, op tijd op school zijn, de kleurencode in de planningsagenda (rood voor toetsen, zwart voor planning, groen voor taken en blauw voor meebrengen), rijen vormen na de speeltijd etc.
Om een leerling uit het eerste jaar letterlijk te citeren uit een bevraging over welbevinden: “Door de dagelijkse routines en dingen die vaak hetzelfde zijn vind ik het makkelijker om mijn draai te vinden.”

 

Zorg en leerbegeleiding in de volledige breedte van het zorgcontinuüm

Onze school wil leerlingen ondersteunen in hun leerproces. Dat betekent dat we willen tegemoetkomen aan hun leernoden. Dat kan in de vorm zijn van extra ondersteuning (bij dyslexie bijvoorbeeld) of van extra leeruitdaging, zowel binnen als buiten het curriculum (zoals het SH+-project).

Leren is een constant zoeken naar een goed evenwicht zodat de leerling zo veel als mogelijk in de leerzone zit, dat er een balans is tussen voldoende zelfvertrouwen en durven fouten maken (groeimindset) enerzijds en uitdaging geven anderzijds.

De klassenleraar is voor de leerling en de ouders het eerste aanspreekpunt als er uitdagingen opduiken tijdens het leren.

Soms is er echter iets meer opvolging nodig. Dan komt het team leerlingenbegeleiding (TLB) tussen, die het leerbeleid en de zorg aansturen, in nauw overleg met alle betrokkenen.

Er is per graad een TLB, samengesteld uit leerlingenbegeleiders, directie en het Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding.

Het TLB bespreekt tijdens de vergaderingen hoe het leerproces van de leerlingen kan ondersteund worden. Soms zijn er maatregelen nodig rond emotieregulatie, soms rond volgehouden aandacht of beheersing. Daarnaast komen ook thema's als dyslexie, dyscalculie aan bod. In de eerste en tweede graad zijn er ook leercoaches die inzetten op het versterken van het leerproces.

Wie zijn de teams leerlingenbegeleiding?