Economie-wiskunde is een sterk theoretische studierichting in de doorstroomfinaliteit.

Ze combineert een brede algemene vorming met een uitgebreid pakket economie en wiskunde. Leerlingen verwerven inzicht in macro- en micro-economische concepten en de werking van ondernemingen. Ze leren logisch en kritisch te denken om economische concepten en hun onderlinge verbanden te begrijpen. Daarnaast leren de leerlingen abstracte wiskundige concepten te gebruiken en verdiepen ze hun wiskundige vaardigheden.

 

Leerlingenprofiel

Leerlingen economie-wiskunde tonen voor het geheel van de vorming inzicht in complexe leerinhouden, leggen vlot verbanden tussen leerinhouden en kunnen logisch redeneren. Ze verwerven complexere leerinhouden in een beperkt tijdsbestek.

Via logisch en kritisch redeneren en vanuit concrete maatschappelijke contexten doorgronden ze (bedrijfs)economische concepten en hun onderlinge verbanden.

Ze vinden het fijn om wiskundig te denken, redeneren en argumenteren en houden van een meer formele benadering van wiskunde. Ze hanteren wiskundig theoretisch-abstracte begrippen, concepten, eigenschappen en methodes, en gebruiken ze bij het oplossen van problemen.

   

EWI6

EWI8

   

5

6

5

6

algemene vorming

aardrijkskunde

1

1

1

1

esthetica

1

1

   

financieel-economische vorming

1

 

1

 

geschiedenis

2

2

2

2

godsdienst

2

2

2

2

lichamelijke opvoeding

2

2

2

2

biologie

1

1

1

1

chemie

2

1

2

1

fysica

1

2

1

2

Engels

2

2

2

2

Frans

3

3

3

3

Nederlands

4

4

4

4

specifieke vorming

economie

4

4

4

4

informaticawetenschappen

 

1

 

1

wiskunde

6

6

8

8

   

32

32

33

33